100 jaar geleden, op 28 juni 1924, vond de inwijding van het Prinsessekerk orgel plaats

Het Steinmeyer-orgel (1924/op. 1375) van de voormalige Prinsessekerk Amsterdam werd in jaren ’50 beroemd dankzij Piet van Egmonds radio-orgelbespelingen in de jaren ‘50. Het orgel werd op zaterdag 28 juni 1924 in gebruik genomen. Toen de kerk in 1982 werd afgebroken, werd het orgel uit elkaar gehaald. Journalist Albert Klei (1924-2008) schreef in Trouw van 25 okt 1988: ‘Herman de Boer vertelde me dat hij de speeltafel plus een derde van het pijpwerk van het Steinmeyer-orgel had kunnen kopen”. De Boer nam 15 registers waaronder de hobo en de klarinet, de salicet, de holpijp, een fluitregister en de speeltafel mee. Eerst naar zijn woning in Zwanenburg en in 2003 naar Berdorf, Luxemburg. Voor dit kleine onderzoekje heb ik hem in 2019 bezocht. Hij hoopt in de nabije toekomst terug te keren naar Nederland, het orgelte laten restaureren en het weer op te bouwen zoals het toen stond in de Prinsessekerk. 
Het overige pijpwerk van het Steinmeyer-orgel is gedeeltelijk naar andere kerkorgels verhuisd zoals een fluitregister dat achter in Marco Den Tooms orgel in zijn Veense Orgelkapel in Nijkerkveen opgesteld staat. “Mijn schoonvader kwam deze pijpen ergens tegen. Ik ben er erg blij mee want hiermee is een stukje jeugdsentiment verwezenlijkt”. 
De Vox Humana staat in het orgel van de Julianakerk te Veenendaal, echter niet in de zwelkast waarin deze oorspronkelijk stond. “Het is een uniek en hartstikke mooi register,” aldus Kees Van Vreeswijk organist van de kerk. “Er werd toen gevonden dat dit register heel goed aansloot bij de overige stemmen en dat doet het nog steeds.”




©Collectie JvN/reliwiki.nl


©Jan van Broekhoven (Collectie Stadsarchief Amsterdam)


©Marco Den Toom

©Kees van Vreeswijk