Het Pels-orgel
Het Pels-orgel in de Petruskerk in Leiden werd gebouwd in 1936. 44 jaar werd het orgel gebruikt voor eucharistievieringen terwijl het eigenlijk onvoltooid was. “Het halve orgel”, volgens Johann van Wolfswinkel van de Leidsch Dagblad over het orgel. “Een orgel dat een geheim verbergt”, volgens Ton Pieters, een kroniekschrijver bij de Leidse Courant. Hij volgde nauwkeurig, in zijn rubriek “Langs Omwegen”, de ontwikkelingen over het ‘onvoltooide Pels-orgel en maakte regelmatig verslagen. “Op dit orgel heeft Thijs Kramer in 1984 –nadat het orgel in 1982 was verbeterd en uitgebreid- de LP Media Vita opgenomen," vertelt Ton van Schie, bibliothecaris van het herenkoor in de Petruskerk. “Thijs Kramer was dirigent/organist van het Sint Petruskoor én initiatiefnemer voor de uitbreiding van dat orgel. Een weergaloos mooie vertolking van 2 orgelstukken van Widor werden o.a. op deze LP opgenomen (het Andante uit de 4e Symphonie en het Toccata uit de 5e Symphonie).”
Het "beperkte" Pels-orgel
Het Pels-orgel in de Petruskerk aan de Lammenschansweg werd in 1936 in gebruik genomen. Al in 1971 werden commentaren gemaakt over het "onvoltooide Pels-orgel".
Jan Doove, verslaggever bij de Leidse Courant schrijft in een artikel "Kanttekeningen bij een patroonsfeest" van 28 juni 1971 o.a. het volgende :
“.... Het orgel is geen meesterwerk van bouwkunst. Het lijkt meer dan het in werkelijkheid is. Zouden we gezamenlijk niet iets kunnen gaan ondernemen om er een mooi orgel te krijgen. Zeker, dat zal geld kosten, maar het is een belangrijke zaak, die dan niet alleen de parochie aangaat. De orgelcultuur in Leiden wordt bedreigd: de Pieterskerk wordt Universitaire Aula en het hoognodig aan restauratie toezijnde orgel wordt daardoor niet makkelijker bereikbaar. Het orgel in Hooglandse Kerk blijft tot 1975 weg; het kleine orgel in de Marekerk is alleen geschikt voor een bepaald soort muziek. De huidige katholieke kerken hebben geen van alle een orgel van dergelijk niveau als de beide oude hoofdkerken. Wanneer we niet iets aan die situatie gaan doen, zouden we in de toekomst wel eens met een manco kunnen komen zitten. Ineengeslagen handen zouden de nieuwe Petrus best een goede muzikale opvolger kunnen doen worden van zijn oude naamgenoot; daar heb je zelfs geen vensternis voor nodig.”
Bron : door Jan Doove | Leidse Courant 28 juni 1971
Het werd in die periode binnen het kerkbestuur en op het koor verder besproken over het Pels-orgel. Uiteindelijk pakte het herenkoor deze zaak op. Het orgel moet voltooid worden! In een gesprek met Ton van Schie, bibliothecaris van het herenkoor in de Petruskerk, herinnert hij zich hoe het toen ging.
“ Het was voornamelijk onze dirigent-organist Thijs Kramer die tijdens de muzikale verzorging van de hoogmissen tegen de beperkingen van het instrument aanliep. Geleidelijk aan overtuigde hij het bestuur van het koor en daarna ook het kerkbestuur. Zijn ervaringen en contacten bij de reddingsoperatie van het Willibrodus-orgel in Amsterdam kwamen daarbij natuurlijk goed van pas.”
Volgens Van Schie die sinds 1965 nog op het koor zit, werd een Comité Voltooiing Petrusorgel gevormd. “De formatie van het Comité Voltooiing Petrusorgel heeft weinig stof doen opwaaien. Toen het nodig was, waren er 3 leden van het herenkoor die de kar gingen trekken: Martin Ham (voorzitter), Piet Paardekooper (penningmeester) en Hans van Cleef (secretaris). (Alle drie inmiddels overleden)
“Dit comité begon met het overtuigen van het kerkbestuur dat het orgel te beperkt in zijn mogelijkheden was en uitbreiding en verbetering behoefde. Toen zij daarin slaagde, werd een plan van aanpak gepresenteerd, waarin werd aangetoond dat het haalbaar was om de benodigde financiën bijeen te brengen. Vervolgens moest ook het bisdom overtuigd worden. Toen ook dit succesvol verliep, werden acties op poten gezet om geld in te zamelen (parochianen en “vrienden van de Petrus” konden een bedrag toezeggen; er werden gedurende meerdere jaren oude kranten opgehaald en er werd een fancy fair op het kerkterrein georganiseerd). Ondertussen werd met Thijs Kramer en diverse deskundigen op orgelgebied overlegd op welke wijze het orgel beter tot zijn recht zou kunnen komen.”
Het duurde toch even voordat de toestand van het “halve orgel” weer de kranten haalde.
LEIDEN – De kloeke Sint Petrus-kerk aan de Lammenschansweg, werd op maart 1936 ingewijd. Alles ziet er daar voltooid en harmonisch uit, ook binnen de sfeervolle kerk, tot het orgelfront toe. Maar dit Pels-orgel verbergt voor de buitenstaanders een geheim: het bestaat namelijk maar half. Van de voorgenomen 30 registers werden er slechts 15 geplaatst.
Jaren lang heeft men het er mee gedaan; registers zijn duur en voor de oorlog drukten die kosten nog zwaarder. Maar met de stijgende waardering voor het echte, volwaardige kerkorgel, gingen ook Petrus-parochianen het gemis voelen. Hun orgel heeft in z’n huidige staat slechts zeer beperkte mogelijkheden in verhouding met de prestaties van de koren die in de kerk zingen.
De klank is te eenkleurig, niet sprekend genoeg voor de kunst- en samenzang, de voor-, tussen en naspelen. Volgens Thijs Kramer, die vanaf z’n klavieren met handgebaren en gezichtsmimiek de zang leidt, heeft de firma Pels destijds de beste materialen gebruikt. Een omzetting in mechanische tractuur is niet nodig, technisch moeilijk en ook te duur, maar een voltooiing tot het vereiste artistieke niveau is wel zéér gewenst. Het eerste manuaal neemt een 80% van de totale sterkte voor z’n rekening; het tweede is nauwelijks te horen. Aan de bestaande eenzijdigheid, het gebrek aan evenwicht moet zo spoedig mogelijk een eind komen.
Reeds bij het eeuwfeest van het herenkoor, op 12 november 1977
Nu zal die misschien eindelijk gestalte krijgen. Hoeveel moet die voltooiing wel kosten? Het comité rekent op ruim 40,000 gulden. En er is al een klein begin-kapitaal. Maar de organist mikt op twee laden er bij, meer tong- en vulstemmen, resp. een fagot-hobo op II, een fagot, een schalmei of cinq op het pedaal, verder een cymbal, een sesquialter en een cornet op I, een completering van het prestantenkoor (op II).
Start
De geldactie tot de voltooiing van het orgel begint morgen (het werk zou dan in ’81 kunnen beginnen). Het dames- en herenkoor heeft voor deze speciale gelegenheid ingestudeerd de Missa Festiva van Alexander Tichonowitsj Gretchaninoff (1864-1956), de Russische componist, die in ’39 in de U.S.A. ging wonen en werken. De predicatie zal in het teken der kerkmuziek staan.
Bron : Johan van Wolfswinkel / Leidsch Dagblad 12 april 1980
1980 - Actie Voltooiing Petrus-orgel
Het jaar 1980 stond dus in het teken van de “Actie Voltooiing Petrus-orgel”. De “Comité Voltooiing Petrusorgel” was al bezig met verschillende acties om geld in te zamelen.
Het lot van het Petrusorgel en de inzamelingacties werden op de voet gevolgd door vooral Ton Pieters. Pieters was een kroniekschrijver bij de Leidse Courant met zijn rubriek, Langs Omwegen. “In die rubriek, meestal ongeveer een halve pagina groot, kon hij zijn ziel en zaligheid kwijt. Alle onderwerpen – vaak van historische aard – die het pad van Pieters kruisten vonden er een plekje”, volgens Rudolf Klein.
En dus ook het Petrusorgel van de Leidse Petruskerk. Hij had ook iets met orgels want hij ging jarenlang met zijn gezin met Kerstmis naar Haarlem om daar de nachtmis in de Bavo bij te wonen.
Hij sprak vaak de bestuursleden en de huidige organist/dirigent Thijs Kramer over de toestand van het orgel en wat er mee moest gebeuren. Dus door zijn ogen de ontwikkelingen rondom het Pels-orgel wil ik ook volgen.
Ton Pieters schrijft in zijn rubriek:
“Er zit heel wat muziek in de Petrusparochie, die in Leiden aan de Lammenschansweg haar Kropholleriaans gods- en bedehuis heeft staan. Ik bedoel niet eventuele huisconcerten die er binnenskamers ongetwijfeld op ongezette tijden klinken. Ook binnen de zuiver kerkjuridische perken zingt men er het hoogste lied, zoals de 23 leden van het 102 jaar oude herenkoor doen (met minstens 20 geheide latijnse missen binnen een ijzeren repertoire van ongeveer 50), en de 45 dames, jong en ouder, die dit jaar een koperen bestaan glans geven en hopen, dat ze ook eens echt gregoriaans mogen zingen op de koorzolder. Daar is ook het orgel, hoog boven achter, dat sinds 1936 z’n elektrisch aangedreven stemmen verheft, ter begeleiding van koren en gemeente” – want de term “volk” doet het niet meer zo goed na al die evoluties, die de beminde gelovigen ook al tot een heel profane staat hebben teruggebracht. Om dat orgel in de St. Petruskerk gaat het vandaag en morgen.
Al 44 jaar doet de Petrusgemeenschap het met een onvoltooid orgel. De kerkbouw had de geldelijke middelen tot op de bodem van de bronnen opgesoupeerd. Een erg aardig instrument van de Alkmaarse firma Pels kon de eredienst optonen via electro-pneumatische sleeladen. Dertig registers (dat zijn zowat allerhande “stemmen”) waren er gepland, echter de helft kon verwerkelijkt worden. Nog niet eens zo erg gek, want een andere kerk van architect Kropholler, de H. H. Martelaren van Gorcum in de Amsterdamse Watergraafsmeer, heeft het tientallen jaren moeten doen met een harmonium, omdat daar ook geen geld meer was om een echt orgel te bekostigen.
Een paar jaar geleden werden koorleden van de Leidse Petruskerk zich min of meer pijnlijk bewust van het feit, dat hun orgel eigenlijk maar half voltooid was. “Weinig klankkleur, wat gewoontjes”, zegt vandaag de voorzitter van het orgelcomité dat het instrument “af” wil hebben, parochiaan M.G.J. Ham, tevens CDA raadslid. Dirigent-organist (in reformatorische kringen noemt men zo iemand cantor-organist, maar in het roomse vlak zijn een afzonderlijke dirigent en organist niet meer te betalen) Thijs Kramer uit Hilversum ziet het rooskleuriger : “Het is een niet lui instrument met elektrische bedrading, een goed werkende tractuur, waaraan in ’36 veel zorg werd besteed. Maar het zou geweldig zijn, als dit orgel helemaal compleet zou worden. Er is nu nog maar één tongwerk, een zogenoemde Duitse “blater” maar het kan heel anders”.
De “Petrus” wil ook in orgelopzicht af zijn. Zeker de mannen en vrouwen die wekelijks met hun latijnse meerstemmige missen en andere gezangen de parochianen en velen van daarbuiten trekken. Het verlangen naar een voltooid orgel deed het “Comité Voltooiing Petrus-orgel” ontstaan, met spontane medewerking van het kerkbestuur. Het kan zelfs een concertorgel worden, in een kerk die ooit op de monumentenlijst geplaatst zal worden, omdat ze in de samenhang met de omliggende huizen van Kropholler een uitzonderlijk geheel binnen de stad vormt. Het wordt derhalve ook een orgel voor de toekomst.
Een bedrag van ruim 40.000 gulden is nodig. Een beginkapitaal is in de afgelopen jaren door de koorleden al bijeengebracht. Interne acties, die nu geïntensiveerd en uitgebreid worden. Met de hulp van de Petrusparochianen en de vrienden van buiten de parochies en van buiten Leiden zelfs, want de muziek van de Petrus trekt alom de aandacht. De actie wordt morgen zondag 13 april gestart. In de hoogmis zingen mannen en vrouwen onder leiding van Thijs Kramer de speciaal voor deze gelegenheid ingestudeerde Missa FESTIVA ... Een feestmis dus die de verwachte bijdragen uitbundig zal begeleiden. De preek, zo is toegezegd, zal ook in het teken van de kerkmuziek staan. Deze week zijn folders verspreid onder de 1800 parochiele adressen en bij deze zijn ook de Petrusgangers van de “buitenplaatsen” van harte gewaarschwud.
De zondag daarop hoopt het comité, via de kansel, iets meer te kunnen vertellen over omtrent des orgels toekomstverwachtingen.
De dirigent droomt met open ogen van te betalen registers, met schalmei of zink, een open fluit 4 of tongwerk 4. Hij mikt op een fluit, hoe dan ook. Het kan ook een bazuin of fagot zijn, "ik weet het nog niet. Maar in elk geval willen we de hogere ‘vulstemmen’ wat uitbreiden en een evenwicht in de manualen bereiken. Het eerste manuaal, zeg maar, is nu nog een kind met een waterhoofd en het tweede hoor je nauwelijks. Het geheel wordt dus meer stem hebben.”
... Dat kan nog een paar jaar duren, want de orgelbouwers hebben wachtlijsten van een jaar en meer. In dit geval wordt gedacht (men is nog geheel in onderhandelingsfase) aan de bekende orgelbouwers Schreurs-Adema, die ook het orgel – afkomstig van de Willibrordus buiten de Veste in Amsterdam – in de St. Bavo-basiliek in Haarlem hebben geinstalleerd. Een paar duizendjes meer opbrengst van de actie betekent ook een orgel met nog meer mogelijkheden. Draagt men minder bij, dan zullen uitgevoerde werken van Bach, Max Reger of de Franse romantici (want dergelijke samenvattingen denkt men met het nieuwe uitgebreide gedisponeerde Petrusorgel te kunnen bereiken, op de één of andere manier) met een geringere draagkracht aan de orde moeten komen.
“Hoe staat het met de akoestiek van de Petruskerk, meneer Kramer?”, vroeg gisteren iemand die de actie schriftelijk wenste te ondersteunen. “Ach, wat zal ik zeggen. Het is, zoals de Engelsen zeggen, een beetje “ungainly”, wat weer hoffelijker is dan ons lomp of onbevallig. Maar het wordt daarboven mooi gemengd; die koorzang en orgelklank. Zo komt het ook beneden over. Als we nou eerst maar eens over een tijd die viool viervoet of een slanke prestant erbij kunnen krijgen. Een cornet? Ja, dat zou voor de volkszang wel belangrijk zijn. Maar dan op het eerste manuaal, als ie komt”. De inzameling wordt in elk geval, aldus voorzitter Ham van het Comité, gesteund door “brede lagen”.
Wellicht komt daar in het najaar nog een fancy-fair bij en wie weet wat het kerkbestuur nog wenst bij te spijkeren.
Bron : Ton Pieters “Langs Omwegen” / Leidse Courant 12 april 1980
De Fancy Fair werd wel gehouden in september 1980. En natuurlijk was Pieters aanwezig om later een verslag te kunnen maken van het evenement.
Bron: door Ton Pieters “Langs Omwegen” / Leidse Courant 11 september 1980
Hoe betrokken was het kerkbestuur met de hele onderneming?
Van Schie : “Het kerkbestuur had wel toestemming gegeven voor de verbetering/uitbreiding, maar was verder passief. Een aantal dames van het door Thijs Kramer opgerichte dameskoor waren actief met het ophalen van oud papier, wat in die tijd nog aardig wat opleverde. Verder waren er “vrienden van de Petruskerk. Dit waren gelovigen die niet tot de Petrusparochie behoorden, maar daar wel naar de kerk gingen omdat ze zich daar thuisvoelden, het goed konden vinden met de pastoor of de muziek erg mooi vonden
Hoe ging de vieringen dan zonder het orgel, twee jaar lang? Werd het a capella gezongen?
Als het nodig was konden we een mis a capella opluisteren uit het gangbare repertoire. Maar de orgelbouwers deden hun best om het orgel bespeelbaar te houden. Een keer heeft Thijs een concert gegeven op het “onvoltooide” orgel. Dat was toen meer om belangstellenden te laten zien en horen waar het geld voor nodig was. Thijs bespeelde het orgel, maar liet ook het verschil in de verschillende registers horen. Ook de “binnenkant” van het orgel kon in ogenschouw worden genomen. De mensen zaten dus niet beneden in de kerkbanken, maar stonden om de speeltafel heen.
Verder werden de werkzaamheden door het comité en Thijs begeleid. De overige koorleden waren natuurlijk wel geïnteresseerd, maar bemoeiden zich er niet mee.”
Eerst orgelconcert op "onvoltooid" Petrus-orgel
Een jaar later! Hoe is de Fancy Fair verlopen en hoe gaat het met Pels-orgel? Pieters wist het te vertellen ...
Bron: door Ton Pieters “Langs Omwegen” | Leidse Courant 4 september 1981
Inwijding van het "voltooide" Pels-orgel
Na twee jaar was het zover. Het orgel was voltooid. Ton Pieters maakte de aankondiging van de feestelijk inwijding van het orgel op zondag 28 maart 1982 door Mgr. A. Simonis. Het uitgebreide en gerestaureerde orgel zou ingespeeld worden door organist Thijs Kramer.
Bron : Leidse Courant 17 maart 1982
“ ... Meer dan veertig jaar lang heeft een zich steeds meer uitbreidende kern van orgelvrienden gehoopt op een volwassen Petrusorgel. Twee jaar geleden begon de hoop een reëel vertrouwen te worden, toen fondsen en andere financiële bronnen verwezenlijking van een droom in het vooruitzicht brachten.
De heer J.P. van Cleef, secretaris van het orgelfonds Petruskerk, vertelt erover. “De afgelopen maanden is door de firma Pels en Van Leeuwen, orgelbouwers, hard gewerkt om de zaak op tijd klaar te krijgen. Aan de buitenkant zou je dat niet merken, maar het inwendige van het orgel heeft een metamorfose ondergaan: complete registers zijn erbij gekomen, terwijl 8 bestaande zijn vervangen door materiaal van betere kwaliteit. Hierdoor is een totaal van 22 registers verkregen. Honderden nieuwe pijpen hebben hun plaats gekregen onder de stenen gewelven van de St. Petruskerk”.
“De giften van parochianen en vrienden van de Petruskerk, de opbrengsten van een fancy-fair en 57,000 kg. oud papier en subsidie van het Anjerfonds en Comité Zomerpostezegels hebben hiermee hun bestemming gekregen: een orgel, de St. Petruskerk waardig”, aldus de heer Van Cleef.
Van de week ben ik even wezen kijken, op het “koor”, waar twee orgelmensen van Pels en Van Leeuwen de laatste hand legden aan hun werkzaamheden. Het instrument werd “opgemaakt” voor de presentatie; nog wat rommelen in de ingewanden van het lijf vol pijpen, de vitale bron van zoveel oude en nieuwe stemmen. Vakman Peter Slingerhand uit Zoeterwoude: “ja, dit is het nou. Maar eigenlijk is het orgel nog steeds niet helemaal af. Over een jaar of twee, drie kan er opnieuw worden uitgebreid. Als er geld is, natuurlijk”. Terwijl we onder de toren naar boven gingen, langs de nauwe, draaiende trap, moest ik dit nieuws even verwerken. Begint dat nu allemaal over enige tijd opnieuw? De mensen van Pels achten dit vanzelfsprekend. Zij installeren en intoneren wel. Ze kunnen immers tot dertig registers gaan. Maar of de fondsen draagkrachtig genoeg zullen zijn om alle registers open te trekken valt te betwijfelen ....
Verrijkt zwelwerk
Het is voorlopig al mooi genoeg, meenden comité en vrienden. Slingerhand maakte een rekensommetje: “Dat is dan 19 maal 56, plus 162, dat maakt samen 1226 pijpen in totaal. Het huidige pijpenbestand dus. Nieuw zijn de “overblazende” fluit, een hobo, de bourdon 16. Het zwelwerk (verrijkt met tong- en vulwerk) is met 4 registers uitgebreid. De laden komen van het orgel van het Westeinde-ziekenhuis in Den Haag; dat orgel was ongeveer even oud als het Petrusorgel. De pedaalsectie is nieuw, met 3 registers. Ook het toetsbeslag is nieuw. In elk geval kan dit orgel nu een bek opentrekken, zoals wij dat noemen. Jammer, dat het front zo dof moet blijven”. Ach, de middelen laten een blinkende face-lift niet toe, maar aan zeggingskracht, in de diepte, is er veel gewonnen. Kenners en liefhebbers kunnen ervan genieten, als ze dat wat minder rijke akoestiek van de kerk voor lief willen nemen....”.
Bron: door Ton Pieters “Langs Omwegen” | Leidse Courant 26 maart 1982
Bron: door Ton Pieters “Langs Omwegen” | Leidse Courant 29 maart 1982 / Foto : Henk van Ende (zelfstandig fotograaf) ** / Leidse Courant
Aantal registers uitgebreid
LEIDEN – Het orgel van de St. Petruskerk aan de Lammenschansweg is gisterenmiddag door de bisschop van Rotterdam, A. J. Simonis, plechtig ingewijd. Het oorspronkelijke werkstuk, uit 1936, was gebouwd door de firma Pels in Alkmaar. Van de dertig registers werd echter slechts de helft geplaatst. Voor zo’n grote, monumentale Kropholler-kerk was dat een zeer onbevredigende toestand.
Een alle bezwaren en tegenstand moedig trotserend comité is er na vijf jaar in geslaagd, met veel hulp van binnen en buiten(doch niet van monumentenzorg), de uitbreiding (met zes registers) en de verbetering (met acht vervangende stemmen) gedaan te krijgen. Nu was het de firma Pels en van Leeuwen, die het grote karwei verrichtte. De 22 registers zijn over een hoofdwerk, zwelwerk en pedaal verdeeld.
Na de overdracht door voorzitter Ham van het comité aan het kerkbestuur en door de voorzitter hiervan op zijn beurt weer aan pastor drs. Hoogervorst, hield de bisschop een toespraak, waaruit zijn grote liefde voor het kerkorgel bleek. (“Het meest natuurlijke instrument, vrij van kunstmatige imitatie”). Hierna begaf hij zich naar de galerij, waar hij de speeltafel met wijwater besprenkelde en ingezegende.
Onder leiding van de cantor-organist Thijs Kramer, zong het dames- en herenkoor enkele composities: een “Psalm 150”, van Albert de Klerck, een “Credo” van de vroegere grote liturgie-muziek-leverancier Lorenzo Perosi en, samen met alle aanwezigen, het gregoriaans Te Deum.
Concert
Vervolgens liet organist Kramer alle registers even afzonderlijk horen, waarna hij een concert van een groot half uur gaf. Het programma, uit bekende, in gunstige zin populaire composities samengesteld, gaf een goed inzicht in de mogelijkheden van het orgel. Een beoordeling dient rekening met de responsloze akoestiek van de kerkruimte te houden. Ook met de plaats van het instrument, hoog achter, zonder vooruitstekend front. De dispositie bevat een aantal romantische registers, waarvan sommige veel op elkaar gelijken en maar twee “vulstemmen”: een beperkte Mixtuur (3-4 sterk) en een, zoals bleek, waardevolle Tertsfluit I 3/5. Ook een tongstem als Fagot Hobo 8’ is een mooi bezit (solo in Francks “prelude, Fugue et Variation”). Behalve de dankbaar te gebruiken Tertsfluit viel ook de fraai getimbreerde Flûte Harmonique op. In het pedaal doen de Fagot 16’ en Schalmei 4’ als tongstemmen uitstekend werk. Bachs “Lobe den Herrn” bewerking en Widor’s Allegro cantabile (uit V) slaagden, mede door Kramers voortreffelijke spel heel goed. Conclusie: de Petrus-parochianen kunnen met hun orgel gelukkig zijn.
Bron : door Johan van Wolfswinkel / Leidsch Dagblad 29 maart 1982
Opnamen grammofoonplaat op het Pels-orgel
ORGELRESTAURATIE BEKROOND MET VOLBLOED LANGSPEELPLAAT
Petruskoor en gloednieuw orgel tonen glansrijk wat ze waard zijn
Dat het orgel van de St. Petruskerk in Leiden met een puik klinkend resultaat in ’82 is gerestaureerd, willen de onmiddellijk bij dit instrument betrokkenen best weten. Niet alleen het kerkbestuur en de luistervinken uit de parochie en ver daarbuiten – de zogeheten Vrienden van de Petrus – zijn uitstekend te spreken over het vernieuwde Pels-orgel, het zijn vooral de gebruikers die tevreden en trots zijn: organist directeur Thijs Kramer uit Hilversum en leden van het dames- en heren koor maken van de zondagse eucharistievieringen steeds weer luisterrijke gebeurtenissen die boven op de koortribune door Kramer worden geïnspireerd. Waartoe het St. Petruskoor Leiden in staat is, mag gerust in veel bredere kring worden uitgedragen. Hoe zou je dat beter kunnen doen dan door een grammofoonplaat, een elpee, te maken. Bovendien is de opbrengst van zo’n plaat dankbaar te gebruiken ter versteviging van de restauratiekas. Immers, het intensief sleutelen aan een te herzien orgel kost handen vol geld, vereist daarom ook financiële offers ....
Vorige week, op de avond van de naamdag van St. Petrus, belegde het “platencomité" in het Petruszaaltje een bijeenkomst met dirigent, koorleden, solisten en instrumentalisten en andere genodigden teneinde de doorwrochte, in het voorjaar opgenomen, elpee ten doop te houden – inmiddels is de eerste persing uitverkocht en is het wachten op de volgende. Wie de plaat al hoorde is enthousiast over de muzikale neerslag van hard werken en het vermogen van de saamgebalde koren. Het “kindje” moest uiteraard een naam hebben en deze is een veelzeggende geworden: “Media Vita”, de aanhef van een antifoon (in het liturgisch gebruik een vers dat voor of na een psalm gezongen wordt), die de betrekkelijkheid van al ons menselijk zwoegen en doen aangeeft “Media Vita in morte sumus” – te midden van het leven zijn wij in de dood .. Een prachtig motto voor een gelovige kern die, “midden in het leven”, door een gezamenlijke inspanning heeft bijdragen aan culturele en religieuze schoonheid.
Verder lees .... Bron: door Ton Pieters “Langs Omwegen” | Leidse Courant 6 juli 1984
Het huidige Pels-orgel
Worden er vele orgelconcerten gegeven op dit orgel of worden het vooral voor eucharistievieringen gebruikt? Zijn er verder andere opnamen gemaakt op dit orgel behalve “Media Vita”?
Van Schie : “Naast het gebruik van het orgel tijdens de eucharistievieringen, wordt het instrument zeker ook gebruikt bij concertuitvoeringen van religieuze muziek.
En of er professionele opnames op dit orgel zijn, is mij niet bekend. Wel maken we er de laatste 10 jaar een gewoonte van om 'voor eigen gebruik' de vieringen van Kerstmis en Pasen op te nemen en daarvan CD’s te branden. Dit zijn dus live-opnames met gestommel en gekuch."
Zijn de parochianen nog betrokken bij het orgel? En wat vinden de organisten die op dit orgel hebben gespeeld?
Van Schie : “Belangstelling voor het orgel lift mee met het tanende kerkbezoek waar we in deze tijd mee geconfronteerd worden. De lift gaat dus maar moeilijk omhoog.
Wat betreft de organisten, Thijs Kramer werd in 1990 opgevolgd door de Noordwijkse dirigent Michel de Haas. Zijn taak werd in 2000 overgenomen door Coen Huisman, die het koor nu dus al 18 jaar de (steeds fijnere) kneepjes bijbrengt. Het koor wordt vanaf september 2000 op het orgel begeleid door Jan Upperman. Jan is uiteraard onbekend met de beperkingen van het oorspronkelijke orgel, maar weet de uitgebreidere mogelijkheden van het huidige orgel zeker te benutten en te waarderen."
TON PIETERS is op 66 jarige leeftijd, op 2 november 1997 in Leiderdorp overleden
ANTONIUS JACOBUS MARIA THEODORUS PIETERS 12-2-1931 AMSTERDAM 2-11-1997 LEIDERDORP - Rudolf Kleijn
Ton_Pieters_Oud_Leiden_Jaarboekje_1998.pdf / Historische Vereniging Oud Leiden
Mijn grote dank en waardering gaat uit naar de volgende mensen en organisaties voor hun medewerking:
- Ton van Schie, bibliothecaris van het herenkoor in de Petruskerk, Leiden
- Holland Media Combinatie B.V., Schuttersveld 9, 2316 XG LEIDEN
- Henk van der Post / http://www.leidsehenkie.nl/mij...
- Henk van Ende (zelfstandig fotograaf) ** / Leidse Courant [Ik heb de moeite genomen om de rechthebbende te vinden. Graag neem contact met mij op. Dank!].
- (mw) Sigrun Brouwer, Collectiebeheerder Topografisch Historische Atlas / Erfgoed Leiden en Omstreken
- Historische Vereniging Oud Leiden